Stoppen met pothoppen

We groeien allemaal op als jonge planten in een pot. Aanvankelijk hebben we handen van anderen nodig die ons tot wasdom laten komen. Als er maar met enige regelmaat water wordt gebracht. Wat mest zou top zijn, anders produceer je minder bloemen. En wat zonlicht is mooi, maar zelfs in een vensterbank op het noorden kom je een heel eind.

Als de plant dan jaar na jaar groeit, drukken de inmiddels verwrongen wortels tegen de zijkanten van de pot. Piepen soms zelfs door de gaatjes aan de onderkant. De plant groeit uit z’n jasje.

Oplossing? Nieuwe pot!

Zoals we dat gewend zijn (en omdat iedereen om ons heen dat ook doet) stappen we over naar een nieuwe, grotere pot. Aarde erbij, wat plantenvoeding en wat water. En zo kunnen we er weer een paar jaar tegenaan.

Totdat, je raadt het al, je weer tegen de randen van je pot aanschurkt en ervaart dat dit het ook niet helemaal is. Dus gaan we weer op zoek naar wat ruimers.

Het leven gaat z’n gangetje en toch stroomt het niet zo lekker. Je voelt ongemak. Je wéét dat dit het niet helemaal is. Maar ja, wat dan wel?

Een vierkante pot, voor de verandering? Of eens een van koper uitproberen?

Als je de rest van je leven blijft pot hoppen, kan je best tot een mooie plant uitgroeien. Blad en bloemen krijgen, misschien zelfs vruchten dragen. Maar hoe je het wendt of keert, je blijft afhankelijk van anderen en je komt niet helemaal tot je recht.

De duurzame oplossing is de volle grond op te zoeken. Het past bij je volwassen zijn, dat je zelf de juiste voeding uit de aarde aantrekt. Je wortelstelsel vermengt met dat van andere planten en mycelium. Je blad en bloemen naar de zon richt, en je tegoed doet aan de fotosynthese.

Wil je werkelijk tot volle wasdom komen, dan is het noodzakelijk je te ontdoen van de bloempot uit je jeugd en die van de afgelopen jaren. En je óók te ontdoen van de overlevingsstrategieën die passen bij het afhankelijke leven in een pot. Stop met pothoppen en groei en bloei zoals jij bedoeld bent!